Actueel

Aanpassing regeling zak- en kleedgeld

Gewijzigde Regeling Jeugdwet

In de gewijzigde Regeling Jeugdwet is een nieuwe paragraaf opgenomen over het toekennen van zak- en kleedgeld aan jeugdigen die verblijven in een jeugdhulpvoorziening (§ 5a Regeling Jeugdwet). De Handreiking Zak- en kleedgeld die tegelijkertijd met de wijzigingsregeling is gepubliceerd, bevat een nadere uitleg over de verstrekking van zak- en kleedgeld aan deze jeugdigen. Zowel de gewijzigde Regeling Jeugdwet als de handreiking zorgen ervoor dat duidelijkheid wordt geschept over wie verantwoordelijk is voor de kosten van zak- en kleedgeld en wie dit verstrekt.

Wie is er verantwoordelijk voor zak- en kleedgeld?

Ouders hebben wettelijk een onderhoudsplicht voor hun kinderen. Hierdoor ligt de verantwoordelijkheid voor het geven van zak- en kleedgeld bij de ouders, ook wanneer hun kinderen voltijds verblijven in een accommodatie voor jeugdhulp. Als ouders hun kinderen niet (kunnen) voorzien van het zak- en kleedgeld, betalen gemeenten het zak- en kleedgeld in het kader van de jeugdhulpplicht. De jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor de daadwerkelijke verstrekking van het zak- en kleedgeld.

Wat houdt de nieuwe regeling in?

  • Tijdens het intakegesprek bij de jeugdhulpaanbieder waar het kind zal verblijven, worden de ouders gewezen op hun plicht om zak- en kleedgeld te betalen en wordt nagegaan of ouders aan hun financiële verplichting van het verstrekken van het zak- en kleedgeld kunnen voldoen.
  • Als een jeugdige ten minste gedurende een maand voltijds verblijft in een accommodatie, en diens ouders niet voldoen aan hun onderhoudsplicht, verstrekt de jeugdhulpaanbieder zakgeld, en voor jeugdigen boven de 12 jaar ook kleedgeld;
  • In de regeling zijn vaste bedragen opgenomen per leeftijdscategorie, gebaseerd op de Nibud-norm. Deze bedragen worden periodiek aangepast. De jeugdhulpaanbieder kan het bedrag vermeerderen voor zover dat naar het oordeel van de jeugdhulpaanbieder redelijkerwijs noodzakelijk is in verband met bijzondere omstandigheden.
  • De jeugdhulpaanbieder verstrekt het zak- en kleedgeld aan de jeugdige. De jeugdhulpaanbieder maakt afspraken met de jeugdige over de wijze en de tijdstippen waarop het zakgeld of zak- en kleedgeld zal worden verstrekt.
  • De gemeente is op basis van artikel 2.3 van de Jeugdwet verantwoordelijk voor de bekostiging van het zak- en kleedgeld.

Bijzondere omstandigheden:

  • Wanneer een jeugdige bij instroom bij een jeugdhulpaanbieder geen of onvoldoende kleding of schoeisel blijkt te hebben, verstrekt de jeugdhulpaanbieder de jeugdige op de kortst mogelijke termijn de benodigde kleding en schoeisel. Dit dient te worden bekostigd door de gemeente. Dit geldt voor alle jeugdigen, dus ook voor jeugdigen met kleedgeld. Het richtbedrag hiervoor betreft drie keer het maandelijkse bedrag aan kleedgeld.
  • Wanneer een jeugdige wordt overgeplaatst naar een andere jeugdhulpaanbieder en de jeugdige langer dan een maand voltijds zal verblijven bij deze jeugdhulpaanbieder, zal deze andere jeugdhulpaanbieder het zak- en kleedgeld verstrekken zoveel mogelijk conform de afspraken die gemaakt waren over het zak- en kleedgeld, tenzij zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.

Wat verandert er?

De nieuwe regeling wijkt op een aantal punt af van de regeling zoals de Drentse gemeenten die momenteel hanteren:

  • De nieuwe regeling geldt voor alle jeugdigen die verblijven in een jeugdhulpvoorziening (m.u.v. pleegzorg, daar is zak- en kleedgeld onderdeel van de pleegvergoeding).  De ‘oude’ regeling gold alleen voor jeugdigen met een beschermingsmaatregel.
  • In de nieuwe regeling is opgenomen dat de jeugdhulpaanbieder het zak- en kleedgeld verstrekt. In de vorige regeling kon de bijdrage zowel door de voogd als door de verblijfsinstelling worden verstrekt (en gedeclareerd).
  • De nieuwe regeling geldt voor jeugdigen vanaf 6 jaar, en is ook van kracht in geval van verlengde jeugdhulp (max. 23 jaar); de vorige regeling betrof jeugdigen van 0 tot 18 jaar.
  • In de nieuwe regeling zijn de bedragen gebaseerd op de Nibud-norm. In de ‘oude’ regeling werd maximaal de geldende wettelijke kinderbijslag volgens de Algemene kinderbijslagwet gehanteerd. De Nibud-norm ligt lager dan de kinderbijslag

Wat betekent dit in de praktijk?

Met ingang van 1 juni 2024 hanteren we in Drenthe voor nieuwe indicaties de Werkinstructie zak- en kleedgeld. Hierin zijn de productcodes opgenomen, evenals de instructie voor de wijze van aanvragen en de wijze van declareren.

Wat betekent dit voor de huidige indicaties?

Om de overgang naar de nieuwe regeling soepel te laten verlopen hanteren we voor de lopende indicaties een overgangstermijn van 3 maanden: per 1 september 2024 worden de lopende indicaties omgezet naar de nieuwe productcodes.   

Vragen?

Heeft u naar aanleiding van dit bericht algemene vragen of opmerkingen? Neem dan per e-mail contact op via contractenjeugd@coevorden.nl (voor Zuid-Drenthe) of contract@nmdsamenwerking.nl (voor Noord- en Midden Drenthe). Voor inhoudelijke vragen over verwijzingen kunt u contact opnemen met de Toegang van de betreffende gemeente.

Stel hier uw vraag